Promoting education, research, collaboration, and best practices in animal-assisted interventions

 

 

Missie en Visie

Wetenschappelijke studies als startpunt voor een postgraduaat in Animal-assisted Therapy en aanverwante interventies

Uitgangspunt: Op dit moment bestaan er reeds talrijke opleidingen --in Vlaanderen maar ook daarbuiten-- waar men start vanuit een buikgevoel, een belief, een filosofische overweging dat de aanwezighed van dieren heilzaam kan zijn voor een persoon die zorg, therapie of ondersteuning nodig heeft. De docenten van het opleidingscentrum voor animal-assisted therapy en aanverwante interventies (domein 't Kattenheye, Laarne, Belgie) trachten een alternatief te bieden door te starten vanuit eigen universitaire studies en wetenschappelijke publicaties voor de opbouw van hun postgraduaat.

Algemeen kan men stellen dat wanneer je op dit moment wetenschappelijke studies over IADs vergelijkt met de kennis die er in het werkveld heerst over IADs, kom je gemakkelijk tot de conclusie dat er een grote kloof tussen beide bestaat. Hoe is deze kloof nu ontstaan? En hoe wordt ze op dit moment in stand gehouden?

Wel enkele oorzaken kan men terugvoeren tot het feit dat de terminologie omtrent de programma's/interventies (met dieren) die men aanbiedt, nog altijd niet gestandaardiseerd zijn. Op die manier is het voor de client behoorlijk moeilijk om te zien welke programma's geleid worden door geschoolde therapeuten/psychologen (die een dier ter ondersteuning inzetten) en welke projecten het therapeutisch effect volledig bij de aanwezigheid van het dier leggen.

In tegenstelling tot wat in het voortgezette onderwijs reeds enkele jaren bekend is als het 'theoretisch kader', weet de praktijkwereld vaak nog niet dat er geijkte termen bestaan voor diverse concepten. Frequent worden programma's waarbij dieren worden ingezet gebundeld onder de commerciele term 'Therapie met dieren', terwijl er vaak geen therapeut bij betrokken is, noch een therapieplan voor de client wordt opgesteld. Men gaat er als het ware van uit dat het dier op zich spontaan, een therapeutisch effect zal hebben op de client; wat uiteraard niet strookt met de term therapie. Maar dat is niet het enige.

Momenteel kan men stellen dat diversiteit troef is:

  • Als je als client op zoek gaat naar TAD of therapie met dieren zal je merken dat vele projecten enkel spontane contacten met dieren aanbieden, in combinatie met occasioneel het kuisen van kooien en het verzorgen van de dieren. Deze programma's behoren vaak tot de groep van commerciele TAD programma's.
  • Methodieken die gebruikt worden in de diverse projecten verschillen vaak, zodat men indien men verhuist en een nieuw IAD programma zoekt, wel dat men dan moeite ondervindt om een gelijkaardig interventieprogramma te vinden.
  • Dieren die ingezet worden in IADs verschillen ook sterk. Sommige dieren zijn goed voorbereid en gedragen zich aangenaam en ontspannen naar de clienten. Andere dieren zijn dan weer overdonderd door de verschillende mensen die ze dagelijks ontmoeten en de methodieken waarvoor ze worden ingezet. Een welzijnscode bestaat er op dit moment nog niet, nog een maximale werkdruk voor de dieren of verplichte pensioen-leeftijd en verlof tijdens ziekte.
  • Personen die op dit moment IADs opstarten, zijn nog niet verplicht om een diploma hiervoor te halen.
  • IAD opleidingen die aangeboden worden, verschillen ook sterk, al was het maar omdat het niet verplicht is dat docenten zelf een opleiding gevolgd hebben voordat ze een opleiding inrichten. Een goed criterium voor wat betreft keuze van opleiding bestaat er dan ook in te controleren welke ervaring/opleiding de docenten zelf hebben.
  • etc.

Al deze en nog meer factoren zorgen voor dat de resultaten die wij ook gevonden hebben tijdens een lange termijn onderzoek dat liep tussen 2003 en 2009 in Vlaanderen. Het doel van de studie bestond eruit na te gaan hoe IADs in Vlaanderen worden opgezet. Uit de resultaten bleek dat ondanks het feit dat IADs op dit moment zeer populair zijn, toch is de gemiddelde levensduur van een IAD project in Vlaanderen maar zeer kort (1 tot 3 jaar). Na deze opstartperiode verdwijnen de meeste projecten weer. Onderzoek toonde aan dat de meeste projecten gestart waren door zeer gemotiveerde hulpverleners die echter vaak niet voorzien hadden dat het dragen van een project zo zwaar zou uitvallen. De meeste projecten waren ontstaan vanuit een buikgevoel, zonder gedege --theoretische-- kennis, zonder fundering, waardoor de valkuilen die reeds goed gedocumenteerd waren, niet gekend waren en dus niet voorzien werden. Hierdoor zou men kunnen besluiten dat indien het volgen van een opleiding in IADs niet mogelijk is, dat dan toch zeker het uitvoeren van een doorlichting van het programma aan te raden is om de weerbaarheid van een project te optimaliseren.

Indien u een studie wil laten uitvoeren over uw programma, of indien u zelf een studie wil opzetten en hiervoor meer informatie zoekt, kan u ons contacteren via info@therapiemetdieren.be

 


 

   April 2011 - Loes in actie bij Casanarius (S. Molenberghs)

  

    Mei 2011 - Zorglandgoed 't Huisven (Heeze, Nederland)
    (A. Vos)